Preekbespreking met Ds. K. Visser. Klik voor de gespreksvragen.

Datum:


Rubriek:


1. Stelling: Israël de aanstoot der volken. Ga in op de volgende uitspraken:

a. Dat heeft Israël aan zichzelf te danken, omdat ze de Palestijnen geen zelfstatige staat gunnen.

b. Dat heeft te maken met de haat van de omliggende landen, die in Israël een gemeenschappelijke vijand zien, terwijl ze zelf onderling verdeeld zijn.

c. Dat heeft te maken met de duivel en zijn plannen, omdat hij wel weet dat God nog openstaande beloften heeft voor dat volk

d. Het is God Zelf die Israël tot een aanstoot der volken maakt, als een oordeel over hun zonden en om hen tot bekering te leiden.

2. Als in de verzen 4-9 gesproken wordt over de wonderlijke bescherming van Israël, wordt dit dan letterlijk of geestelijk bedoeld? Wat moeten wij ons daarbij voorstellen? Geef daar eens concrete voorbeelden van.

3. Welke roeping hebben wij als Christenen ten opzichte van Israël, als het gaat om haar bekering? Betrek daarbij de volgende teksten en maakt dat eens concreet:

a. Lukas 24;47 en Hand.1;8

b. Rom. 10:1 en Psalm 122:6

c. Rom. 10:19 en 11:11.